Heb de definities er nog eens op nageslagen. Hier mijn bevindingen.
Zie:
http://lexius.nl/luchtverkeersreglement/hoofdstuk1Art. 1 (Begripsbepalingen) van Hoofdstuk 1 (Algemene bepalingen) van het Luchtverkeersreglement laat ondermeer de volgende definities zien:
schermvliegtuig: zweeftoestel zonder starre hoofdstructuur dat kan worden gedragen en slechts gestart en geland kan worden door gebruik te maken van de benen van de bestuurder;
schermzweeftoestel: ongemotoriseerd schermvliegtuig
Een schermvliegtuig zonder motor is een schermzweeftoestel.
Een schermvliegtuig met motor is dus geen schermzweeftoestel. Wat is dat dan?
Geen zweefvliegtuig. Want dat is een zweeftoestel met vaste vleugel.
Geen zeilvliegtuig. Want zo’n zweeftoestel kent een starre hoofdstructuur.
Blijft dus over een MLA.
Het luchtverkeersreglement kent voorts de volgende definitie:
zeilvliegtuig: zweeftoestel met een starre hoofdstructuur, dat kan worden gedragen en slechts gestart en geland kan worden door gebruik te maken van de benen van de bestuurder;
Een zeilvliegtuig dat voorzien is van een dusdanig zwakke motor dat je evenals een ongemotoriseerd zeilvliegtuig al lopend niet van de grond kunt komen zal wel eens een zeilvliegtuig kunnen blijven.
Heeft de motor een dusdanig vermogen dat al lopend overgegaan kan worden in een vrije vlucht dan is er mijns inziens geen sprake meer van SLECHTS GESTART EN GELAND. Waardoor het of onder een zweefvliegtuig of onder een MLA zal kunnen gaan vallen.
Ook kent de het luchtverkeersreglement de definitie
MLA: MLA als bedoeld in artikel 1 van het Besluit luchtvaartuigen 2008
Artikel 1 van dat Besluit luidt als volgt:
MLA: (Micro Light Aeroplane) land-, amfibie- of watervliegtuig met niet meer dan twee zitplaatsen, een overtreksnelheid die niet hoger is dan 35.1 knopen gecalibreerde luchtsnelheid en een maximum startmassa van niet meer dan:
300 kg voor een landvliegtuig, eenzitter;
450 kg voor een landvliegtuig, tweezitter;
330 kg voor een amfibie- of watervliegtuig, eenzitter, of
495 kg voor een amfibie- of watervliegtuig, tweezitter, mits een micro light die als watervliegtuig en als landvliegtuig gebruikt kan worden binnen beide daarvoor geldende massalimieten valt;
Vrij vertaald komt het er op neer dat de MLA classificatie momenteel als een soort sluitpost of vergaarbak gebruikt kan worden. Waar binnen nieuwe nog niet gedefinieerde lichte luchtvaartuigen ondergebracht worden.
T.b.v. de zweefvliegers kent het luchtverkeersreglement de volgende definities:
zweefvliegtuig: zweeftoestel met een vaste vleugel.
motorzweefvliegtuig: vliegtuig dat bij uitgeschakelde motor de eigenschappen heeft van een zweefvliegtuig;
zweeftoestel: luchtvaartuig, niet zijnde TMG, zwaarder dan lucht, dat hoofdzakelijk in de lucht kan worden gehouden door aërodynamische reactiekrachten en waarvan de vrije vlucht niet afhankelijk is van een motor;
TMG: motorzweefvliegtuig met een integraal gemonteerde niet intrekbare motor en een niet intrekbare propeller, dat in staat is om op eigen kracht op te stijgen en te klimmen (Touring Motor Glider);
Voorwaar een betere classificatie dan die zoals die momenteel t.b.v. het schermvliegen, zeilvliegen en paramotorvliegen geldt.
Regeren is vooruit zien. Gezien het feit dat het opzoeken van grenzen en vervolgens trachten deze te verleggen een menselijke eigenschap is en ontwikkelingen daardoor voortschrijden lijkt het me een goede zaak om t.b.v. het schermvliegen, zeilvliegen en paramotorvliegen een classificatie gelijk aan die van het (motor)zweefvliegtuig te introduceren. Waardoor bijvoorbeeld de classificaties (motor)schermvliegtuig en (motor)zeilvliegtuig kunnen ontstaan.
Bezien vanuit de verschillende vliegsnelheden lijkt me zo’n indeling ook reëel. Lichte motorvliegtuigen, MLA’s en motorzwevers hebben op final een snelheid van tussen de 91 en 149 km/u, zweefvliegtuigen tussen de 75 en 100 km/u en een paramotor van rond de 36 km/u.
Voor wat het waard is. Want ook juridisch ben ik een leek.