leerdoelen navigatie :
Leerdoelen navigatie: De kandidaat moet weten: • De verhouding tussen Nm (nautical mile) en meters • De verhouding tussen ft (foot) en meters. • Hoe de windrichting in graden en sterkte wordt aangegeven. • Hoe de gradenverdeling van een kompas werkt. De kandidaat moet kunnen: • Bepalen wat zijn positie is op de kaart adhv bv plaatsnamen. • Uitrekenen wat een vliegafstand is adhv de vliegkaart. • Uitrekenen wat zijn brandstofverbruik is adhv de te leggen afstand, rekening houdende met de windrichting- en sterkte. • Herkennen op de vliegkaart: luchtruimindeling, CTR’s, obstakels, verboden of gevaarlijke gebieden, laagvliegroutes, bijzondere gebieden. • Uitzetten een globale vliegkoers adhv de vliegkaart. • Benoemen van de juiste start- en landingsrichting adhv de heersende wind. • Inschatten wat de te verwachten bijzonderheden en/of obstakels tijdens zijn vlucht zijn adhv de vliegkaart. • Richting bepalen adhv de zonnestand. De kandidaat moet begrip hebben van: • De navigatie-informatie op pagina 707 van teletext. • Het verschil tussen grondsnelheid en luchtsnelheid. • De werking van het GPS-systeem (op eenvoudige wijze)
wat betreft examen en icao, die kaart mag je gebruiken : DIE IS JE BIJBEL
Net zoals jezus, geeft die kaart en zijn legende ALLE antwoorden bij icao examenvragen
bv wat de zichtminima zijn in luchtklasse G en of er radio verplicht is staat mooi in de legende/schema
ook vragen over de betekenis van grondsignalen, staat op de kaart
zoek een plek middels coordinaten, die staan er ook op
als er gevraagd word hoeveel nautical miles of kilometer er tussen 2 plekken ligt kan je dit opmeten met lat of passer en in de legende staat een mooie schaal waar je gelijk kan aflezen zonder omrekenen
gradenboogje erbij dat je kan bv uitrekenen welk vliegveld op 'x aantal km' en 'x aantal graden' bij vliegveld A vandaan ligt ... en dat soort toestanden
wat een ctr/tmz/tma is, de afkortingen moet je zelf wel een beetje onthouden ... maar op de kaart kan je dan weer per plek zien hoe hoog en hoe ver die dingen strekken
praktisch toepassen, spelen ...
|